Lijndienst
British Air Ferries was de nieuwe naam binnen de Air Holdings group, welke de lijndienst naar Southend overnam van British United Air Ferries. Een terugblik op de periode van 1/10/1967 (naamsverandering) tot het moment waarop de lijndienst overgenomen werd door British Island Airways.
Southend on Sea- Rotterdam | vanaf 1 oktober 1967 t/m 1 januari 1979 |
British Air Ferries | |
ATL-98 Carvair | G-ASDC, G-ASHZ, G-ASKG, G-ASKN, G-APNH, G-AOFW, G-AXAI, F-BRPT (TAR), F-BMHV |
HPR-7 Herald | G-APWA. G-APWH (BIA), G-ASVO, G-ATIG (Brymon), G-BAVX, G-BCWE, G-BCZG, G-BDFE, G-BDZV, G-BEBB, G-BEYD, G-BEYE, G-BEYF |
G-ASKN ATL-98 Carvair British Air Ferries op de lijndienst (archief Frank de Koster, Rotterdam, 1970)
De lijndienst werd, net als onder BUAF, vier keer per dag gevlogen, zoals weergegeven in onderstaand schema uit de time-table van zomer 1970. Tarief in 1970 enkele reis fl 85,-, retour fl 170,-
De tweede tabel uit 1970 toont de prijs voor het vervoer van auto's
Vanaf de winterdienst regeling 1973/1974 werd de lijndienst drie maal per dag gevlogen. Tot aan de winterdienst 1976/1977 waarbij Rotterdam weer 4 keer per dag werd aangedaan.
Rotterdam- Manchester
Na een jaar van onderhandelingen om de benodigde vergunningen te krijgen, startte British Air Ferries op 1 juni 1978 met een lijndienst tussen Manchester en Rotterdam. Deze dienst werd 2x per dag gevlogen met een Herald. Hiervoor werd de G-BCZG gebruikt, welke in plaats van 48 stoelen, hiervoor speciaal voorzien was van 25 stoelen met een kleine lounge. Bovendien kon nu wat vracht meegenomen worden.
Manchester - Rotterdam | van 1 juni 1978 tot 1 januari 1979 |
British Air Ferries | |
HPR-7 Herald | G-BCZG |
Zoals beschreven onder BUAF werd British Air Ferries (BAF) op 1 oktober 1967 gevormd als een aparte divisie van de Air Holdings Group. Bij de Carvairs welke werden overgedragen, werden direct de BUA opschriften vervangen door BAF, waarna de toestellen zo snel mogelijk van het nieuwe kleurenschema (licht en donker blauwe band) werden voorzien. Dit waren de ATL-98 Carvairs G-ASDC, G-ASHZ, G-ASKG, G-ASKN, G-APNH met daarnaast de Carvair G-AOFW die direct in opslag werd gezet op Lydd. De Carvairs waren voorzien van 22 zitplaatsen achter in de romp met de mogelijkheid tot vervoer van vijf auto's. Naast de inzet van de Carvairs het gebruik van de Bristol B.170 Superfreighters Mk.32 G-AMLP, G-AMWB, G-ANWF, G-ANVR, G-ANVS, G-ANWJ, G-ANWK, G-ANWM, G-ANWN, G-APAU en G-APAV.
Gevlogen werd een uitgebreid lijnennet vanaf Southend naar Oostende (6x per dag), Rotterdam (4 x per dag), Calais (5x per dag), en vanaf Lydd naar Oostende (2x per dag), Beauvais (1x per dag) en Le Touquet. De ATL-98 Carvairs werden alleen ingezet vanaf Southend. Vanaf Lydd werd gevlogen met de Bristol B-170 Mk.32 Superfreighters naar Le Touquet. Deauvais en Oostende. De Lydd - Le Touquet was de goedkoopste verbinding om met de auto naar het vasteland van Europa te reizen. In de zomertijd werd zelfs 2 of 3 keer per uur deze dienst gevlogen.
G-ANWK B.170 Mk.32 Superfreighter BAF in de landing op Lydd (Nico Terlouw, Lydd, augustus 1968)
De Bristol Superfreighters waren aan het eind van levensduur en zo werden de overgedragen Bristol B.170 Mk.32's G-AMWB en G-ANWF nooit in gebruik genomen en direct op Lydd buiten gebruik gesteld. Gevolgd enkele maanden later door de G-ANVS welke op 28 november 1967 zijn laatste vlucht uitvoerde vanaf Le Touquet naar Lydd. Twee Bristol Superfreighters G-AMWN en G-ANWM vertrokken in februari 1968 als F-BPIN en F-BPIM naar Cie Air Transport welke in combinatie met BAF ook werden ingezet op de Le Touquet - Lydd dienst. Met het uit dienst nemen van de G-ANWJ in maart 1968 en de G-ANWK in oktober 1969, maar met de terugkomst van de G-ANWM van Cie Air Transport, bleven eind 1969 alleen de B.170 Bristol Superfreighters G-AMLP, G-ANVR, G-APAU, G-APAV en G-ANWM bij British Air Ferries in dienst. Het vervoer van auto's met de ferry schepen nam enorm toe waarbij in oktober 1970 besloten werd om de auto ferry dienst vanaf Lydd naar Le Touquet te staken. Op 3 oktober 1970 werd de laatste lijndienst uitgevoerd door de G-ANWM van Le Touquet naar Lydd. Echter Lydd bleef in gebruik bij BAF door het inzetten van de ATL-98 Carvair op de dienst naar Oostende, deze dienst werd doorgezet tot begin 1971. Nog slechts ingezet op een enkele vrachtcharter werd de Bristol B-170 vloot verder uit dienst genomen. De B-170 G-ANWM werd in oktober 1970 op Lydd buiten gebruik gesteld waarna British Air Ferries afscheid nam van de Bristol Superfreighter waarbij de vier overgebleven Superfreighters vertrokken in de periode november 1970-maart 1971 naar Midland Air Cargo.
Binnen de ATL-98 Carvair vloot een aantal wisselingen met het vertrek van de ATL-98 Carvair G-ASKG in maart 1969 naar Cie Air Transport als F-BRPT. Als vervanging werd de Carvair G-AOFW uit de opslag op Lydd overgevlogen naar Southend en daar weer gereed voor gebruik gemaakt. Op 5 april 1969 werd de Carvair G-AXAI in gebruik genomen. Dit was een verbouwde Interocean DC-4 LX-IOF welke onverkocht, zonder motoren, in opslag had gestaan.
EI-AOI Vickers V.804 Viscount British Air Ferries (archief Wim Zwakhals, Southend, 1970)
In maart 1970 werd gestart met passagiers diensten vanaf Southend naar Oostende en Le Touquet. Hiervoor werd van Aer Lingus de Vickers V.804 Viscount Ei-AOI gehuurd welke voorzien werd van complete BAF kleuren, maar gevlogen werd door Aer Lingus bemanning. Deze Viscount werd vanaf 31 maart 1970 gehuurd in een 65/66 zits uitvoering tot en met 27 september 1971. Aan het eind van het jaar werd de vloot uitgebreid met de G-ATMJ een HS-748 van Court Line welke eveneens van volledige BAF kleuren werd voorzien en vanaf 2 november 1970 werd ingezet. In april 1971 gevolgd door de G-ATMI eveneens gehuurd van Court Line. Beide toestellen werden gehuurd tot respectievelijk 30 oktober en 28 november 1971. De huur van de tweede HS-748 werd noodzakelijk na het uitvallen van de Carvair G-APNH. Op 18 maart 1971 klapte het neuswiel in tijdens de landing op Le Touquet. Reparatie was economisch niet meer verantwoord zodat de G-APNH tot onderdelen werd verwerkt. Naast deze toestellen werden ook de Carvairs steeds meer ingezet voor passagiers vervoer. Door het vrachtruim sterk te verkleinen werden een aantal rijen stoelen in dit ruim geplaatst waardoor nu 55 passagiers meegenomen konden worden en werd doek geplaatst tussen passagiers en auto/vracht. Geluid isolatie was toen nog niet aan de orde.
Op 27 oktober 1971 werd T.D.Keegan de nieuwe eigenaar van British Air Ferries, dit naast Transmeridian Air Cargo welke al op zijn naam stond. Vergunningen werden aangevraagd voor een lijndienst naar Rhodesie met CL-44's en de Carvair dienst op Bazel werd weer opgestart, die nu drie maal per week werd gevlogen. Twee CL-44's werden begin 1972 van de TMAC vloot overgedragen aan BAF, de G-ATZI en G-AZIN beide eveneens voorzien van complete BAF kleuren. Op 28 maart 1972 werd daarbij de CL-44 G-AZIN voor het eerste ingezet op de lijndienst naar Oostende voorzien van 170 stoelen, gevolgd door de G-ATZI in mei 1972.
G-AZIN Canadair CL-44D2 in volledige British Air Ferries kleuren (David Booster, Rotterdam, 9 april 1972)
De CL-44 bleek effectief in de bollentijd en het zomerseizoen met zijn groot aantal stoelen, maar te groot voor de lijndienst. CL-44D2 G-AZIN keerde in november 1972 al terug naar TMAC. De CL-44 G-ATZI werd nog aangehouden in een deels passagiers/vracht combinatie en vloog de wekelijkse lijndienst naar Rhodesie. In april 1972 werd de ATL-98 Carvair vloot uitgebreid met de komst van de twee Carvairs F-BRPT en F-BMHV van TAR welke eerst werden gehuurd en na korte tijd werden aangekocht en ingeschreven als de G-ASKG en G-AREK.
Begin 1973 werd een nieuw kleurenschema geintroduceerd, de licht met donkerblauwe band over de romp en staart werd vervangen door een geheel blauwe band met nu een geheel donkerblauwe onderkant. Carvair G-AXAI was het eerste toestel welk in januari 1973 van deze kleuren zou worden voorzien, de andere Carvairs volgden in de loop van het jaar.
G-AOFW ATL-98 Carvair British Air Ferries in het nieuwe kleurenschema, hier in dienst tijdens als vervoerder bij de Star Trucking 75 tour. (David Booster, Rotterdam, september 1977)
In 1973 werd extra capaciteit ingehuurd met het gebruik van de V.812 Viscount G-AVIW van Alidair in de periode 8 april t/m 12 september. Het toestel vloog in volledige Alidair kleuren met BAF opschriften. In maart 1973 werd de Carvair vloot uitgebreid met de aankoop van de ATL-98 CF-EPW van Eastern Provincial welke werd ingeschreven als G-ASKD. Door het terugbrengen van de lijndienstvluchten naar Rotterdam op 3 per dag en naar Oostende van 6 naar 5 vluchten per dag, werden de Carvairs steeds meer ingezet op chartervluchten zoals het vervoer van auto onderdelen voor Ford. Vanaf 14 september 1973 werd gestart met de dienst tussen Southend en Dusseldorf die 5x per week werd gevlogen.
Op zoek naar een vervanger voor het passagiersaanbod kwam British Air Ferries uit bij de Handley Page HPR-7 Herald. In januari 1975 werden drie Heralds van Eastern Provincial aangekocht. Het eerste toestel de G-BCWE (ex CF-EPI) in januari, gevolgd door de G-BCZG (ex CF-NAC) in maart. Het derde toestel de Herald CF-EPC had een noodlanding gemaakt waarbij het landingsgestel werd beschadigd. Opgeknapt door BAF werd het toestel in juli dat jaar naar Southend gevlogen als G-BDFE en na groot onderhoud pas in december in gebruik genomen. De drie toestellen werden voorzien van een nieuw kleurenschema bestaande uit een blauwe band over de romp en in de staart met opschrift BAF in de staart met British Air Ferries op de motorgondels. Vanaf 1 april 1975 werden de Heralds ingezet op de lijndiensten naar Rotterdam, Le Touquet en Oostende. De Carvairs kwamen hierbij beschikbaar voor charterwerk waarbij de Carvair G-AREK voor langere tijd werd verhuurd aan Pauling Construction voor bouwwerkzaamheden in het Midden-Oosten. Een van de ATL-98 Carvairs, de G-ASDC, werd eind 1974 verbouwd tot complete vrachtkist. Door het verwijderen van de gehele verflaag en interieur bedroeg het laadvermogen nu 8,5 ton, 1,5 ton meer dan bij een normale Carvair, daarnaast werd deze Carvair voorzien van lange-afstand navigatie apperatuur. Een ander toestel, de G-AOFW, werd ingezet voor het vervoer van pop groepen tijdens hun tour door Europa. Met de aankomst van de Heralds het vertrek van de eerste Carvairs uit de vloot. De ATL-98 G-ASKD werd in de winter 73/74 maar enkele maanden gebruikt door BAF en werd te koop gezet. In oktober 1974 vertrok het toestel als LN-NAA naar Norwegian Overseas voor inzet bij vervoer van hulpgoederen in Vietnam. Gevolgd door de G-ASKG welke in februari 1975 als TR-LUP aan Soaco werd verkocht.
G-BCWE HPR-7 Herald in het kleurenschema van de eerste Heralds (David Booster, Rotterdam, 17 december 1975)
In 1976 werd de Herald vloot verder uitgebreid met de aankoop van een drietal Heralds van Transbrasil welke als G-APWA (ex PP-SDM), G-BDZV (ex PP-SDL) en G-BEBB (ex PP-SDH) werden ingeschreven. Met de komst van deze Heralds werd een nieuw kleurenschema geintroduceerd welke daarna langer gebruik zou worden. Inmiddels werd Carvair G-AXAI verbouwd tot vrachtkist en na de verbouwing als F-BVEF afgeleverd aan Secmafer en vertrok Carvair G-ASKN als TR-LWP naar Soaco.
Op 1 januari 1977 nam British Air Ferries afscheid van de ATL-98 op de lijndiensten. De laatste vlucht werd gevlogen door de G-AOFW. Herald G-BDFE werd inmiddels voorzien van10 zitplaatsen en deed nu dienst als VIP Herald. In januari 1977 werden twee Heralds overgenomen van BMA welke beiden al enige tijd in opslag hadden gestaan, de G-ASVO en G-BAVX. Medio 1977 werd bekend gemaakt dat British Air Ferries de gehele Herald vloot van de Royal Malaysian Air Force had overgenomen. In totaal acht stuks FM1020 t/m FM1027 die werden ingeschreven als G-BEYD t/m G-BEYK. Hierbij werd de G-BEYI (ex FM1025) niet overgevlogen maar gebruikt voor onderdelen. De eerste Herald van deze serie, de G-BEYF (ex FM1022 ) werd in augustus 1977 afgeleverd, daarna de andere exemplaren met een interval van circa een maand. De tweede Herald G-BEYG (ex FM1023) kwam op 12 september 1977 op Southend aan. Deze Herald werd verbouwd tot vracht Herald met een verstevigde vloer en grotere deuren en zou pas een jaar later, op 14 september 1978, zijn eerste vlucht maken. Het was een grote klus om alle Heralds van de nieuwe BAF kleuren te voorzien en zo werd een enkele Herald al in gebruik genomen in de kleuren van de vorige gebruiker, de Malaysian Air Force.
G-BEYE voormalige Malaysian Air Force HPR-7 Herald in het nieuwe kleurenschema (Wim Zwakhals, Rotterdam, 5 september 1978)
Met een grote vloot van Handley Page Heralds startte British Air Ferries meer en meer met het verhuren van de toestellen. Zo vloog de Herald G-BCWE van maart tot april 1976 bij Air Anglia, huurde Gulf Air de Herald G-ASVO voor langere tijd in 1977, gevolgd door de G-BEYF van september 1977 tot januari 1978. Werd de Herald G-BAVX vanaf augustus 1977 door Nile Valley gehuurd en in november 1977 vervangen door de G-ASVO toen de G-BAVX in aan onderhoud toe was, tot in 1978 en startte Nile Valley met een tweede huur nu door de G-BEYD van juni tot september 1978 en maakte Dan-Air in 1977 gebruik van de G-BDZV. De Heralds werden naast de lijndiensten in de nacht ingezet op krantenvluchten vanaf Southend naar Aldergrove, Dusseldorf, Hannover en Parijs en werd de vracht Herald G-BEYG ingezet bij het vervoer van auto onderdelen voor Ford vanaf Saarbrucken, Keulen en Valencia.
ATL-98 Carvair G-AOFW werd na zijn laatste lijndienst vlucht in januari 1977 in opslag gezet, vond geen nieuwe koper en werd uiteindelijk in 1983 op Southend gesloopt. Het toestel stond enige tijd naast de G-AREK, nog met de opschriften Pauling Construction, na het beindigen van de verhuur in februari 1977. Deze Carvair vond wel een nieuwe koper en vertrok in juni 1978 als F-BYCL naar Uni-Air. Vanaf 1977 vloog BAF Cargo met de twee Carvairs G-ASDC en G-ASHZ waarbij een variatie van vracht gevlogen werd van vee, auto onderdelen tot grote volumes vracht. Eind 1978 werden beide toestellen te koop aangeboden en werd Falcon Airways de nieuwe eigenaar. ATL-98 Carvair G-ASDC werd als eerste gereed gemaakt voor de overtocht, rolde op 23 april 1979 in de kleuren van Falcon de hangaar uit en vertrok als N89FA op 2 mei richting VS. Hiermee werd de G-ASHZ de laatste vliegende ATL-98 Carvair van BAF, werd op 1 juni 1979 uit dienst genomen om daarna als N80FA naar Falcon Airways te vertrekken.
British Island Airways, een onderdeel van de British Commenwealth Shipping Group breidde het lijndienstennet in de jaren zeventig sterk uit. Zo werd vanaf Rotterdam de dienst London-Gatwick op 1 januari 1977 van British Caledonian overgenomen. Door gebrek aan toestellen werden in 1978 de Heralds G-BEYF en G-BEYK van British Air Ferries gehuurd. De British Commonwealth Shipping Group nam per 1 januari 1979 ook de lijndiensten van British Air Ferries over. Om de diensten per 1 januari 1979 als BIA door te kunnen zetten werd direct een groot deel van de BAF Herald vloot gehuurd/gekocht en wel de Heralds G-BCZG, G-BCWE, G-BEYD, G-BEYF, G-BEYH, G-BEBB en G-BDZV. Al in december 1978 werd gestart met vervangen van de naam Brirish Air Ferries door British Island Airways. De dienst bleef wel vliegen onder "VF" vluchtnummers, met ingang van 1 april 1979 werden deze veranderd in "UK"
Dit betekende dat British Air Ferries vanaf januari 1979 door vloog met de Heralds G-APWA, G-BAVX, G-BDFE, G-BEYE, G-BEYG en G-BEYJ.
British Air Ferries op Rotterdam
Naast het hoge percentage uitval op de lijndiensten, soms wel 15%, zorgde British Air Ferries voor vele aantallen charters. De Bristol B-170 Superfreighters waren daarbij alleen in de eerste jaren nog als extra vlucht te zien. In 1967, na de naamsverandering op 1 oktober werden dat jaar nog 24 extra vluchten uitgevoerd. Op een na door de ATL-98 Carvairs G-APNH, G-ASHZ, G-ASDC, G-ASKG en G-ASKN en daarnaast het dat jaar eenmalige bezoek van B-170 Superfreighter G-APAV welke op 13 december vanuit Lydd aankwam en de volgende dag weer naar dat veld vertrok. In 1968 werden 44 charters uitgevoerd, het grootste deel met de Carvair met extra vluchten vanaf Southend, met daarnaast de inzet van B-170 Superfreighter G-APAU op 30 mei met een retour Southend, de G-APAV binnenkomend op 25 november vanuit Lydd met vertrek naar Southend, gevolgd de volgende dag door een tweede vlucht met de G-APAV met een retourtje Southend. Op dezelfde dag nog de komst van de B-170 G-ANVR komende uit Lydd met vertrek naar Southend. Een jaar later, 1969, eveneens 44 extra vluchten uitgevoerd door de Carvair vloot.
G-APAU Bristol B-170 Superfreighter Mk.32 in oude British United kleuren met British Air Ferries opschriften. (Nico Terlouw, Rotterdam, 30 mei 1968)
1970 was het laatste jaar van de inzet van de BAF B-170 Superfreighters op Rotterdam. B-170 G-APAV op 23 april en als laatste de B-170 G-ANVR op 28 en 29 juli tijdens de Havenstaking 1970. Mede door deze staking kwam het aantal extra vluchten uit op 302. Nog te noemen de ATL-98 Carvair G-ASDC welke tijdens de landing door zijn neuswiel zakte waarbij neuswiel, neuswieldeur en propellors beschadigd raakten. Deze werden de dagen daarop ter plaatste gerepareerd.
In 1971 in totaal 79 charters met daarbij de inzet van de HS-748. De G-ATMJ werd voor het eerst ingezet op 16 februari met een retourtje Southend en zou maar drie keer langskomen. De G-ATMI verscheen op 29 april, in de bollentijd, waarbij het toestel uit Lydd kwam met vertrek naar Southend. Op 17 mei wederom de G-ATMI, leeg uit Oostende om met passagiers naar Southend te vertrekken. Deze HS-748 was 6x te zien met een laatste vlucht op 8 oktober.
G-ATMJ HS-748 in volledige British Air Ferries kleuren. (Wim Zwakhals, Rotterdam, 16 februari 1971)
Een jaar later weer 69 extra vluchten door British Air Ferries, mede door de Havenstaking 1972. Dat jaar ook de inzet van de Canadair CL-44. De CL-44 G-AZIN verscheen voor het eerst op Rotterdam op 4 april tijdens de bollen, vanaf Stansted met 55 passagiers in en 171 uit. Vier dagen later eveneens een retourtje Stansted met 169 passagiers in en132 uit. De CL-44 G-AZIN zou dat jaar 10 maal langskomen voor het laatst op 7 september. De tweede CL-44 G-ATZI bezocht Rotterdam in deze passagiersuitvoering maar twee keer met vluchten van en naar Stansted op 23 en 27 december. Canadair CL-44 G-AZIN zou daarna nog eenmaal langskomen en wel op 6 mei 1973. Dat jaar werd ook de van Alidair gehuurd Vickers V.812 Viscount G-AVIW ingezet en wel vier keer op bollenvluchten op 18 april en 2,3 en 11 mei. In totaal werd BAF dat jaar 37 keer ingezet bij charters.
Het jaar 1974 werd het jaar met de minste Carvair bezoeken. Naast een lijndienst die maar 3x per dag werd gevlogen, kwam het aantal extra vluchten uit op maar 16 stuks. Wel werd daarbij de gehele Carvair vloot (G-AREK, 'SDC, 'SHZ, 'SKD, 'SKG, 'SKN, 'OFW en G-AXAI) ingezet. In 1975 weer onrust in de Engelse havens welk leidde tot een luchtbrug tussen Southend en Rotterdam. Op 10 maart de start met Carvair G-ASDC in zijn volledige Cargo uitvoering met 8 ton sigaretten. Daarna tot wel 7 Carvair vluchten per dag, in de periode tot en met 9 april werden 94 vluchten uitgevoerd door de Carvair vloot G-ASDC, -SHZ, -SKN, -SKG en OFW. Op 17 april 1975 de inzet van de eerste Herald op de lijndienst en wel de G-BCZG op VF284/VF285. BAF derde Herald G-BDFE maakte op 5 december 1975 zijn eerste testvlucht en werd op 9 december voor het eerst op de lijndienst ingezet. Deze Herald had een volledig geluiddichte cabine, hierdoor kon het toestel gebruikt worden voor "executive charters". Dit was de reden dat het toestel geen BAF opschriften had. Bij een eventueel verhuur kon een ander opschrift aangebracht worden. Het toestel was te huur voor fl. 3500,- per dag met fl 1000,- per vlieguur. Mede door de havenstaking werden er dat jaar 159 charters door BAF uitgevoerd met naast de genoemde Carvairs door de Heralds G-BCWE en G-BCZG. Daarbij werden door BAF dat jaar ingezet Iscargo 17x, Bergen Air Transport 15x, Aer Turas 9x, Invicta 2x en Alidair 1x.
De Heralds vlogen in een passagiersuitvoering van 42 stoelen, echter konden ook voorzien worden van 26 stoelen waarnaast 2,5 ton vracht vervoerd kon worden. Met de komst van de ex Transbrasil Heralds werd een nieuw kleurenschema ingevoerd. Herald G-BDZV werd op 16 juli 1976 voor het eerst in dit kleurenschema op Rotterdam gezien. Van 13 t/m 17 september 1976 weer een kleine luchtbrug naar Southend door een dreigende staking. Deze staking werd op het laatste moment afgelast maar de Carvairs G-ASDC en G-ASHZ werden wel ingezet. Vanaf 16 december werd de vierde vlucht per dag op de lijndienst weer ingevoerd. In totaal werden in 1976 93 extra vluchten uitgvoerd.
G-BCZG Herald in een half oud, half nieuw kleurenschema. (David Booster, Rotterdam, januari 1977)
In januari 1977 verschenen de Heralds G-BCWE en G-BCZG in een half oud (blauwe band) , half nieuw (banden over de romp en gekleurde staart) kleurenschema op de lijndienst. Op 27 januari 1977 de eerste komst van Herald G-ASVO. Op 27 februari 1977 ditmaal een staking in de Rotterdamse haven welke door liep to 21 februari. In totaal werden 250 ton sigaretten vervoerd in 27 vluchten met inzet van de Carvairs G-ASHZ (zonder opschriften) en G-ASDC en de Heralds G-BCZG en G-BDZV. In plaats van Southend ook wat andere charters van BAF. In maart maakte de Herald G-BDFE een retour Grenoble en werd de Carvair G-ASDC op 11 april ingezet voor een charter naar Athene. De Heralds werden meer en meer verhuurd en zo verscheen de G-ASVO op 18 en 20 maart 1977 met extra Gulf Air opschriften op de romp. Carvair G-ASDC werd voorzien van een nieuw kleurenschema en werd zo voor het eerst gezien op 28 juli. Capaciteits te kort leidde tot het inhuren van de Herald G-ATIG van Brymon van 2 t/m 13 september. Vanaf 18 oktober werd door BAF de nachtelijke krantenvucht op Parijs-CDG gevlogen. De lege terugvlucht werd daarbij gebruikt om, indien nodig, vracht vanaf Rotterdam op te halen. Mede door beperkingen op de KLM dienst naar London werden veel extra vluchten vanaf Southend vervoerd waardoor het aantal BAF charter in 1977 uitkwam op 189.
In 1978 werden de van de Maleisische Luchtmacht overgenomen Heralds ingezet op de lijndienst. Op 16 maart de G-BEYD in volledige kleuren, op 30 maart de inzet van de G-BEYF nog in de oude luchtmacht kleuren. Tijdens het grootste deel van het jaar wekelijks vele extra vluchten met de BAF Heralds. Het waren vooral Amerikaanse passagiers die werden overgevlogen voor vertrekkende of aankomende cruise schepen. De twee overgebleven Carvairs wisten met een enkele vrachtcharter Rotterdam te bereiken. ATL-98 Carvair G-ASHZ eenmalig op 24 april en de G-ASDC 6 keer met een eerste bezoek op 24 mei en een laatste bezoek dat jaar op 12 november. De vrachtactiviteiten werden nu overgenomen door de Herald G-BEYG welke op 29 oktober 1978 voor het eerst op Rotterdam te zien, twee vrachtvluchten op 4 en 18 november zouden nog volgen. In totaal niet minder dan 373 extra vluchten voor BAF dat jaar.
In december verschenen al de eerste BAF Heralds op de lijndienst voorzien van BIA opschriften. We sluiten af met de laatste inzet van de BAF Carvair op Rotterdam. De Havenstaking 1979 liet zien dat de ATL-98 Carvair G-ASDC 13x werd ingezet. Met een laatste bezoek op 16 januari 1979.
G-BDFE HPR-7 Herald BAF in de "VIP" uitvoering (Wim Zwakhals, Rotterdam, 5 april 1978)
G-ASDC ATL-98 Carvair BAF Cargo (Wim Zwakhals, Rotterdam, 18 februari 1977)
G-ANVS Bristol B-170 Superfreighter Mk.32 uit dienst genomen met verwijderde BAF opschriften (Nico terlouw, Lydd, augustus 1978)
bronnen Airnieuws archieven
Wim Zwakhals, mei 2025